Maaslust te Rotterdam, een aanleg van Louis Paul Zocher

Twee gloednieuwe publicaties over de architectenfamilie Zocher hebben de afgelopen maand officieel het licht gezien. Het Zuid-Hollandse Zocher Project (focust op de Zuid-Hollandse landgoederenzone)1Korneel Aschman, ’Zogher, de fameuse aanlegger’. Kwaliteitsimpuls Zocherparken in de landgoederenzone Zuid-Holland. Gepresenteerd in april 2017.; en de nieuwe versie van Zocher-online (Oldenburgers Binnenstad en Buitenleven).2Carla en Juliet Oldenburger, Groenprojecten van de Zochers in perspectief. Landschapsarchitectuur in 19de-eeuws Nederland, versie april 2017. Beiden zijn in .pdf beschikbaar.

Deze bronnen pretenderen niet volledig te zijn, sterker nog: in beiden wordt gepleit voor meer onderzoek, danwel om meer informatie verzocht. Dit postje is een reactie op dat laatste verzoek, want in beide publicaties ontbreekt helaas een Rotterdamse tuinaanleg van Louis Paul Zocher. Niet dat dit volledig onbekend zou moeten zijn, want aan het begin van deze eeuw is er al over gepubliceerd.3Machteld van Limburg Stirum, De Muizenpolder in Rotterdam, met zijn buitens en bewoners in de 18e en 19e eeuw. Rotterdam 2001 (Stichting ‘Historische Publicaties Roterodamum’), pagina’s 134, 135 en 140. Dit boek is niet heel fijn geschreven en bij nadere beschouwing vaker inaccuraat dan wenselijk. Maar de informatie over Zocher en Maaslust klopt.
Het gaat om de tuin van Maaslust aan de Parklaan in Rotterdam. Op 9 februari 1875 stuurde L.P. Zocher een brief aan de eigenaar van Maaslust, Rudolf Mees.4Stadsarchief Rotterdam, toegang 33.01, Handschriftenverzameling van de gemeente Rotterdam, aanvullingen 1848-1987 (Collectie), inv.nr. 2664 [Stukken betreffende de Buitenplaats “Maaslust” aan het Nieuwewerk, wijk U No. 49 (vroeger Prot. No. 757-759, later Kad. Sectie A No. 895, 896, 900, 1062 en 1063 (ged). Na afbraak en herbouw Sectie A No 5205, 5206, 6093, 5834 en 5837 (ged), 1696-1900.], brief van 9 februari 1875. De brief is ondertekend met ‘JD Zocher LP Zocher’. J.D. Zocher (jr) was al in 1870 overleden, maar L.P. ondertekende vaak toch nog met beide namen. Het was een brief ter begeleiding van een tekening van ‘het front uwer zitplaats’ (niet gevonden). Uit de inhoud blijkt dat de opdracht al is verleend, maar dat er nog wat puntjes op de ‘i’ moesten worden gezet. Zocher stelt dat het werk voor ƒ3.350,- gedaan zou kunnen worden, en hij geeft een kort overzicht van welke kosten daarmee zouden zijn gedekt. Op het tweede vel5Zie afbeelding, de groenige vlek in het midden wordt veroorzaakt door de camera in mijn telefoon. meldt hij dat de streefdatum voor het afwerken van de aanleg 1 mei 1875 zal zijn. Eind mei en begin juni van dat jaar zouden ter laatste afwerking nog wat bloemen geplant moeten worden.

In 1870 erfde Rudolf Mees het buiten Maaslust van zijn vader. Hij liet het oude huis afbreken en er een door J.M. van Binsbergen en J.C. Bellingwout ontworpen nieuwe villa voor in de plaats zetten. Later zou H.P. Berlage nog wijzingen in het huis aanbrengen.6Zie het artikel van Jos Veerman, ‘De Rotterdamse villa Maaslust en Berlage’, in: Bulletin KNOB 104 (2008), nr.4, p130-137 (link). Ook de online samenvatting van dit stuk verbindt overigens Zocher aan de aanleg van de tuin (zie tevens een korte melding in het artikel op p131). In februari 1875 waren de bouwwerkzaamheden volgens Zocher nog bezig, maar blijkbaar ver genoeg gevorderd om snel aan de aanleg van de tuin te kunnen beginnen.

De enige reden dat L.P. Zocher níet verantwoordelijk zou zijn voor de aanleg van deze tuin, kan het plotselinge overlijden zijn geweest van diens oudste dochter Johanna Jacoba Zocher, op 30 maart 1875.7Oldenburger, op.cit., .pdf-image 27 (paginering ontbreekt in mijn versie). De planning van de aanleg zoals vastgelegd in genoemde brief, kan door dit verlies ernstig zijn verstoord.
De tuin lijkt op dit moment qua oppervlakte in ieder geval nog grotendeels intact, maar aan de invulling ervan zal in de tussenliggende 142 jaar ongetwijfeld gesleuteld zijn. Het huis is in de afgelopen jaren in ieder geval opgeknapt en verbouwd, of dat voor de tuin ook geldt is mij niet bekend. Hoeveel er nog van de aanleg van Zocher over is, moet nader onderzoek uitwijzen.

De ongedateerde oude foto rechtsboven biedt een blik in de tuin, gezien richting het noorden.8Stadsarchief Rotterdam, toegang 39, Archief van de familie Mees, inv.nr. 2300. De foto dateert in ieder geval van voor de sloop van de rooms-katholieke H.H. Ignatius en Laurentiuskerk aan de Westzeedijk in 1967. De monumentale villa bevindt zich dan schuin rechts achter ons.9In een ongemarkeerd bruin mapje in het Stadsarchief van Rotterdam bevindt zich nog een overzicht met door de aannemer uit te voeren werkzaamheden uit de periode van sloop en nieuwbouw. De bakstenen van het gesloopte huis werden hergebruikt als tuinmuur langs de grenzen van het perceel.
Stadsarchief Rotterdam, toegang 33.01, inv.nr. 2664 [op.cit.], ongemarkeerd bruin mapje.

Maaslust gezien vanaf de Parklaan. De villa is recentelijk opgeknapt. Foto’s: HvdE.
Beneden: de ligging van Maaslust in Rotterdam.

Edited @ 25 April 2017, om een beschrijving in Footnote 4 te verduidelijken.

Footnotes

Footnotes
1 Korneel Aschman, ’Zogher, de fameuse aanlegger’. Kwaliteitsimpuls Zocherparken in de landgoederenzone Zuid-Holland. Gepresenteerd in april 2017.
2 Carla en Juliet Oldenburger, Groenprojecten van de Zochers in perspectief. Landschapsarchitectuur in 19de-eeuws Nederland, versie april 2017.
3 Machteld van Limburg Stirum, De Muizenpolder in Rotterdam, met zijn buitens en bewoners in de 18e en 19e eeuw. Rotterdam 2001 (Stichting ‘Historische Publicaties Roterodamum’), pagina’s 134, 135 en 140. Dit boek is niet heel fijn geschreven en bij nadere beschouwing vaker inaccuraat dan wenselijk. Maar de informatie over Zocher en Maaslust klopt.
4 Stadsarchief Rotterdam, toegang 33.01, Handschriftenverzameling van de gemeente Rotterdam, aanvullingen 1848-1987 (Collectie), inv.nr. 2664 [Stukken betreffende de Buitenplaats “Maaslust” aan het Nieuwewerk, wijk U No. 49 (vroeger Prot. No. 757-759, later Kad. Sectie A No. 895, 896, 900, 1062 en 1063 (ged). Na afbraak en herbouw Sectie A No 5205, 5206, 6093, 5834 en 5837 (ged), 1696-1900.], brief van 9 februari 1875. De brief is ondertekend met ‘JD Zocher LP Zocher’. J.D. Zocher (jr) was al in 1870 overleden, maar L.P. ondertekende vaak toch nog met beide namen.
5 Zie afbeelding, de groenige vlek in het midden wordt veroorzaakt door de camera in mijn telefoon.
6 Zie het artikel van Jos Veerman, ‘De Rotterdamse villa Maaslust en Berlage’, in: Bulletin KNOB 104 (2008), nr.4, p130-137 (link). Ook de online samenvatting van dit stuk verbindt overigens Zocher aan de aanleg van de tuin (zie tevens een korte melding in het artikel op p131).
7 Oldenburger, op.cit., .pdf-image 27 (paginering ontbreekt in mijn versie).
8 Stadsarchief Rotterdam, toegang 39, Archief van de familie Mees, inv.nr. 2300. De foto dateert in ieder geval van voor de sloop van de rooms-katholieke H.H. Ignatius en Laurentiuskerk aan de Westzeedijk in 1967.
9 In een ongemarkeerd bruin mapje in het Stadsarchief van Rotterdam bevindt zich nog een overzicht met door de aannemer uit te voeren werkzaamheden uit de periode van sloop en nieuwbouw. De bakstenen van het gesloopte huis werden hergebruikt als tuinmuur langs de grenzen van het perceel.
Stadsarchief Rotterdam, toegang 33.01, inv.nr. 2664 [op.cit.], ongemarkeerd bruin mapje.
Summary

Maaslust, a Rotterdam villa where Louis Paul Zocher laid out a garden in 1875, is still omitted in two recent (explicitly preliminary) overviews of the works of this illustrious family of architects. It is time to refer to a 2001 publication, where the evidence was already gathered. And to add some of my own.

Continue reading

3 Comments

  1. Ha Henk, dank voor je aanvulling op onze Zochers online pagina, over Maaslust. Ik kende het stuk niet en ging er voorlopig vanuit dat er in het Stadsarchief Rotterdam niets meer te halen viel, omdat ik eerder heb gevraagd daar of ze me alle Zocher-referenties wilden sturen, en daar zat deze niet bij. Begrijpelijk natuurlijk, een archiefmedewerker weet ook niet wat er in alle particuliere archieven schuilt, dus we zijn je zeer dankbaar. Het speelt in dezelfde tijd dat hij in Rhenen werkzaam was. Ik heb alle gegevens nu op de Zochers online pagina toegevoegd, maar de pagina op Internet wordt niet dagelijks ververst, dus het resultaat zal pas weer in een nieuwe editie leesbaar zijn.

  2. Inderdaad, we mogen mevr Van Limburg Stirum dankbaar zijn voor haar graafwerk, anders had dit er nog wel even gelegen. De brief bevindt zich overigens niet in een particulier archief, maar in de ‘Handschriftenverzameling van de gemeente Rotterdam, aanvullingen 1848-1987’.
    Ik heb dat voor de duidelijkheid ook toegevoegd aan de omschrijving in het bericht zelf.

  3. Opvallend dat de aanleg van Maaslust met een totaalbedrag van ƒ3.350,- bijna driemaal zo veel kostte als het qua oppervlak veel grotere werk dat L.P. Zocher vrijwel tegelijkertijd in Rhenen uitvoerde. Dit nieuwe artikel van Carla Oldenburger toont aan dat L.P. Zocher in 1873 gevraagd werd het ontwerp te maken voor wat nu het Koningin Elisabethplantsoen heet, en er een deel van de planten voor leverde.
    Terwijl het plantsoen in Rhenen met een bijzonder ruwe schatting drie keer zo groot is, bedroegen de totale kosten hier slechts ƒ1.240,60. De mate van detaillering in een particuliere tuin zal veel groter zijn geweest dan die in een openbaar wandelpark. Maar het verschil in prijs is erg groot.

Leave a Reply to HvdE Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *