Terwijl in Egypte het gebruik van nieuwe technologieën onder meer aanleiding geeft tot vermoedens dat er nog onontdekte ruimtes zijn in de piramide van Cheops, blijkt dat moderne technologie ook in Nederland kan worden ingezet bij onderzoek naar piramiden. Tuinpiramiden, wel te verstaan.
Het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) maakt gebruik van laseraltimetrie of LIDAR-technologie, met name om de hoogte van het maaiveld in kaart te brengen ten behoeve van waterbeheer. 1Maar ze geven zelf ook al aan dat de resultaten van hun metingen meerdere toepassingen kunnen hebben: “Ook gemeenten, bedrijven en onderzoekers gebruiken de gedetailleerde hoogtegegevens. Zo hebben archeologen aan de hand van kleine hoogteverschillen in weilanden, die ze met het AHN zichtbaar maakten, oude nederzettingen opgespoord die voor het blote oog niet opvielen.”
Een variant van dat laatste is onderwerp van dit bericht. Het AHN bestaat al een poosje en kent vele afgeleiden, waaronder de NLTopo App. 2Hartelijke dank aan Laura Fokkema voor het aanreiken van deze bron, die ook -juist- in het veld bijzonder bruikbaar is. We vinden daar niet de allernieuwste informatie die op dit gebied beschikbaar is (er is ook al een AHN3), maar hun AHN2-laag bracht toch een mooie verrassing.
Huys ten Donck. Links een detail van de kaart van C.W. Maan en P. Harte, 1781; rechts een detail van een opmeting door landmeter J. Leenheer, 1785.
Op kaarten van Huys ten Donck uit 1781 en 1785 staat een piramide weergegeven in een uithoek van het terrein, tussen de Blaakwetering (links) en een slingerende sloot die onderdeel is van de tuinaanleg. Op 1 november 1794 werd deze piramide nog eens genoemd in een kasboek, maar daarna is elk spoor zoek. Op de kadastrale kaart van Ridderkerk (c1828-1832) ontbreekt het tuingebouwtje al, en ook nu is er in het terrein niets meer van te vinden.
Althans, dat denk je als je er rondloopt zonder AHN. Pakken we de AHN2 erbij, dan lijkt de omtrek van de basis van de piramide echter nog uitstekend herkenbaar.
De vermoedelijke basis of het fundament van de piramide van Huys ten Donck, zichtbaar binnen de rode cirkel op dit detail van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN2).
De piramide lijkt iets noordelijker te hebben gestaan dan op de kaarten uit 1781 en 1785 is aangegeven, maar de aanleg werd kort na het tekenen van die kaarten alweer veranderd. De vijver dateert van 1792, de loop van de slingerende sloot werd toen eveneens gewijzigd. Mogelijk is de piramide daarbij (of niet lang daarna) richting de oever van de vijver verplaatst? De piramide lijkt ongeveer op de plaats te staan waar de slingerende sloot vóór de aanleg van de vijver lag. Dat zou de wat raadselachtige kasboekvermelding van november 1794 kunnen verklaren:
aan Punt voor het oppassen van de piramide [ƒ3,-] 3Stadsarchief Rotterdam, toegang 30, inv.nr. 63.
Ary Punt was op dat moment rentmeester van Huys ten Donck, maar wat het ‘oppassen’ precies betekent is in dit geval onduidelijk. De term werd vaker gebruikt in kasboeken van Huys ten Donck, maar dan vooral met betrekking tot de bedienden die het huis gedurende de wintermaanden in de gaten hielden, schoonhielden en -in het voorjaar- luchtten.
Niet uit te sluiten valt dat de piramide moest worden beschermd wegens (graaf)werkzaamheden tijdens de aanleg van de nieuwe vijver in 1792. Maar de basis van de piramide lijkt zich te bevinden op de plaats waar de slingerende sloot vóór de aanleg van de vijver liep. Daarmee is een verplaatsing van het gebouwtje het meest realistische scenario.
Ervan uitgaande dat hier geen sprake is van een anomalie in het beeld, wijst een ruwe schatting mijnerzijds uit dat de piramide van Huys ten Donck een basis had van 5 à 10 meter -afhankelijk van de vraag op welke manier de AHN2-gegevens moeten worden geïnterpreteerd. 4Waarbij het tevens raadzaam is in aantallen ‘voeten’ en ‘roeden’ te rekenen, in plaats van meters. Het heeft er daarbij alle schijn van, dat de piramide exact in een noord-zuid/oost-west richting was geplaatst.
Nader onderzoek in het veld zou daar uitsluitsel over moeten kunnen geven en hopelijk ook resten van de piramide kunnen opleveren, in plaats van alleen maar sporen. Daarbij zou eveneens vastgesteld kunnen worden of het hier inderdaad gaat om de piramide, of eventueel een ander -vooralsnog onbekend- bouwwerk. Het feit dat hij twee jaar na aanleg van de vijver nog werd genoemd, wijst wat mij betreft in de richting van de piramide.
Locatie van Huys ten Donck, ten zuid-oosten van Rotterdam.
Footnotes
↑1 | Maar ze geven zelf ook al aan dat de resultaten van hun metingen meerdere toepassingen kunnen hebben: “Ook gemeenten, bedrijven en onderzoekers gebruiken de gedetailleerde hoogtegegevens. Zo hebben archeologen aan de hand van kleine hoogteverschillen in weilanden, die ze met het AHN zichtbaar maakten, oude nederzettingen opgespoord die voor het blote oog niet opvielen.” Een variant van dat laatste is onderwerp van dit bericht. |
---|---|
↑2 | Hartelijke dank aan Laura Fokkema voor het aanreiken van deze bron, die ook -juist- in het veld bijzonder bruikbaar is. |
↑3 | Stadsarchief Rotterdam, toegang 30, inv.nr. 63. Ary Punt was op dat moment rentmeester van Huys ten Donck, maar wat het ‘oppassen’ precies betekent is in dit geval onduidelijk. De term werd vaker gebruikt in kasboeken van Huys ten Donck, maar dan vooral met betrekking tot de bedienden die het huis gedurende de wintermaanden in de gaten hielden, schoonhielden en -in het voorjaar- luchtten. Niet uit te sluiten valt dat de piramide moest worden beschermd wegens (graaf)werkzaamheden tijdens de aanleg van de nieuwe vijver in 1792. Maar de basis van de piramide lijkt zich te bevinden op de plaats waar de slingerende sloot vóór de aanleg van de vijver liep. Daarmee is een verplaatsing van het gebouwtje het meest realistische scenario. |
↑4 | Waarbij het tevens raadzaam is in aantallen ‘voeten’ en ‘roeden’ te rekenen, in plaats van meters. |
Alweer een mooie vondst Henk!!
Ik zit regelmatig ook uren op http://app.map5.nl/nltopo/ ; zwaar verslavend :-)
Dank Jan!
Ik kende m nog niet, wist wel van het AHN, maar ben niet vaak genoeg ‘in het veld’ om daar echt vaak mee bezig te zijn.
Deze vondst deed ik dan weer in de trein, dus het kan verkeren :)
Het zijn overigens niet alleen hoogteverschillen die structuren naar voren brengen, maar ook verdichtingen. Denk aan paden die in het veld niet meer zichtbaar zijn, maar via AHN viewer prachtig naar voren komen.
Dus wat je hier ziet zou door kleine hoogteverschillen naar voren komen, maar ook door verdichtingen; misschien funderingsresten? Volgende keer schopje heen?
Ik vermoed inderdaad dat het funderingsresten zijn, maar alleen verdichting van de bodem is natuurlijk ook mogelijk. We hebben er zelf ongeveer gestaan, een paar jaar geleden op een druilerige novemberdag met afgevallen bladeren in het wat hoge gras; toen niets gezien of gevoeld, terwijl we wisten dat het ding daar ongeveer moet hebben gestaan.
Zo’n onderzoek ter plaatse laat ik liever aan mensen over die weten wat ze aan het doen zijn -voor je het weet vernietig je belangrijke sporen (en bovendien is het mijn tuin niet! :) )
Het zou mooi zijn als er iets is, en als we meer te weten komen over materiaal, oppervlakte en misschien zelfs de hellingshoek…
Goede actie Henk om deze zeer besproken tuinfollie te bekijken op de AHN! Het is inderdaad zo dat het microrelief dat op AHN is waar te nemen is, niet altijd met het oog kan worden waargenomen in het veld. Denk bijvoorbeeld aan ploegsporen van de raatakkers op de heidegronden bij Hilversum die onlangs zijn ontdekt op AHN. Wat betreft de ‘piramide’. Er is propectief tuinarcheologisch onderzoek mogelijk naar de, in de ondergrond aanwezige resten. Bijvoorbeeld door grondboringen te zitten binnen, buiten en aan de randen van het op de AHN waargenomen microrelief en de samenstelling van de bodemopbouw te bekijken. Enkele hypotheses: Als de ‘piramide’ uit aarde plaggen is gemaakt, zal de ondergrond weinig verstoord zijn. Als het een houten constuctie betreft, kunnen funderingspalen worden gevonden. Natuursteen of baksteen zou overeenkomstige sporen nalaten. Qua vergunning en verantwoording – de verstoring van archeologische data in situ – zou je moeten kijken of de sporen zich binnen de eerste 30cm van het maaiveld bevinden (de bouwvoor) of eronder (is beschermd). Ik denk ook aan een proefsleufje, of uberhaupt metaal detectie? enfin, ik heb vele ideeën.
Henk… Ik ben eigenlijk ook wel benieuwd naar het microrelief van het Engels Bos ;) Daar hebben we destijds met de projectgroep onze tanden op stuk gebeten om uit te pluizen. Ik herinner mij nog een tweede ‘tuinfolie’: een heuvel op de hoek van het huiseiland waarvan een zichtas loopt richting het hoofdhuis (zie de kaart van Maan en Harte). Die was in het veld WEL waarneembaar. Andere anomoliën opsporen in het microrelief en dat op de historische kaarten geo-refereren lijkt me heel nuttig nieuw onderzoek!